Aan- en uitbouwen; wanneer
bouwvergunningvrij, wanneer een bouwvergunning nodig?
Is uw woning toch een beetje te klein geworden en is een
serre dé oplossing? Of wilt u een garage voor uw auto?
Als de ruimte er is, waarom zou u deze dan niet
benutten. Zulke aan- en uitbouwen kunt u echter niet
zomaar bouwen. U zult zich namelijk aan bepaalde regels
moeten houden, onder meer om uw veiligheid en die van
omwonenden te waarborgen. Maar ook omdat uw uitbreiding
moet passen in de omgeving en uw buren er geen last van
mogen hebben. In sommige gevallen is daar een
bouwvergunning voor nodig, in andere gevallen niet. In
deze brochure leest u meer over de voorwaarden voor
bouwvergunningvrij en bouwvergunningplichtig bouwen van
aan- en uitbouwen zoals die per 1 januari 2003 gelden.
Wat is een aan- of uitbouw?
Een aan- of uitbouw is een bouwwerk dat u tegen uw
bestaande woning aanbouwt en dat direct in verbinding
staat met het woonhuis. Dit kan een garage of een
berging zijn, maar ook een uitbouw van uw woonkamer in
de vorm van een serre of een uitbouw aan de keuken. Er
wordt in de regelgeving ook over ‘bijgebouwen’
gesproken. Dit kan ook een garage of berging zijn,
maar dan kan deze alleen bereikt worden via een aparte
toegangsdeur (dus niet rechtstreeks vanuit de woning).
Voor bijgebouwen gelden andere voorwaarden, daarom
bestaat daar Klik op de afbeelding voor vergroting een
aparte folder over.
De voor- en
achterkantbenadering
Belangrijk is waar u de aan- of uitbouw wilt bouwen. In
de regel geldt, dat alles wat grenst aan de openbare
ruimte (weg of groen), zoals de voorkant en bij
hoekwoningen de zijkant van de woning, een grotere
invloed heeft op de directe omgeving dan bouwwerken die
aan de achterkant worden gebouwd. Daarom mag een aan- of
uitbouw aan de voor- of zijkant van de woning meestal
niet bouwvergunningvrij worden gebouwd.
Geen bouwvergunning nodig
Als u bouwvergunningvrij een aan- of uitbouw wilt
plaatsen moet uw bouwplan aan de volgende voorwaarden
voldoen:
-
de aan- of uitbouw wordt gebouwd aan een bestaande
woning of een bestaand woongebouw.
-
de aan- of uitbouw moet op de grond staan (u mag dus
geen bouwvergunningvrije aanbouw bovenop een al
bestaande aanbouw bouwen).
-
de aan- of uitbouw mag slechts uit één bouwlaag
bestaan.
-
de aan- of uitbouw moet strekken tot vergroting van
het woongenot. Met ‘woongenot’ wordt bedoeld dat het
gebruik van de aan- of uitbouw gerelateerd moet zijn aan
het wonen. Het aanbouwen van bijvoorbeeld een
winkelruimte aan uw huis valt hier niet onder.
-
a) als u de aan- of uitbouw bouwt aan een
oorspronkelijke achtergevel, dan moet de afstand tussen
de aan- of uitbouw en de weg of het openbaar groen aan
alle zijden meer dan 1 meter zijn. b) als u de aan- of uitbouw bouwt aan een
oorspronkelijke zijgevel die niet naar de weg of het
openbaar groen gekeerd is, dan moet de afstand tussen de
aan- of uitbouw en het voorerf en de afstand tussen de
aan- of uitbouw en het erf van uw buren ten minste 1
meter zijn.
-
de aan- of uitbouw
a) is niet hoger dan 4 meter, gemeten vanaf het
aansluitend terrein 1 en b) is niet hoger dan 0,25 meter boven de vloer van de
eerste verdieping van uw woning en c) is niet hoger dan de woning waar u tegenaan bouwt.
-
de aan- of uitbouw is niet breder dan de
oorspronkelijke gevel waar deze tegenaan komt en steekt
ten opzichte van de breedte van die gevel niet uit.
-
de aan- of uitbouw is minder dan 2,5 meter diep,
gemeten vanuit de oorspronkelijke gevel waar tegenaan
wordt gebouwd.
-
het bouwen van de aan- of uitbouw mag niet tot gevolg
hebben dat het zij- of achtererf waarop u bouwt voor
meer dan de helft is volgebouwd. Alle eventuele andere
bouwwerken op dat erf moeten hierbij worden meegerekend.
-
de aan- of uitbouw mag niet gebouwd worden aan een
gevel van een tijdelijke woning of woongebouw, zoals een
woonkeet, of aan een woonwagen. Ook aan de gevel van een
andere woning of woongebouw, dat niet permanent mag
worden bewoond, zoals een vakantiehuisje, mag niet
bouwvergunningvrij een aan- of uitbouw worden gebouwd.
-
de aan- of uitbouw mag niet gebouwd worden bij een
monument of in een door het Rijk aangewezen beschermd
stadsof dorpsgezicht.
|
Alleen als voldaan wordt aan alle genoemde voorwaarden
(1 t/m 11) mag u de aan- of uitbouw zonder
bouwvergunning plaatsen. Deze voorwaarden gelden ook als
u bouwvergunningvrij iets wilt veranderen aan een
bestaande aan- of uitbouw.
Wel een bouwvergunning nodig
Als uw bouwplan niet voldoet aan (één van) de
voorwaarden 1 tot en met 4 dan moet u een
regulierbouwvergunning aanvragen. Als uw bouwplan wel
aan eerste vier voorwaarden voldoet, maar niet aan één
van de andere voorwaarden, dan moet u een
lichtbouwvergunning aanvragen. Voldoet uw bouwplan wel
aan de eerste vier voorwaarden en is uw bouwwerk hoger
dan 5 meter, dan moet u een regulierbouwvergunning
aanvragen.
Ga alvast zelf na of u een
bouwvergunning nodig heeft Wilt u uw woning uitbreiden met een aan- of uitbouw?
Doorloop de stappen uit het schema en ontdek óf en zo
ja, wélke bouwvergunning u nodig heeft. Wat is
bouwvergunningvrij bouwen? Als uw bouwplan voldoet aan
de voorwaarden voor bouwvergunningvrij bouwen mag u
zonder bouwvergunning bouwen. De regels in het
bestemmingsplan, de gemeentelijke bouwverordening en in
principe ook de gemeentelijke welstandseisen zijn in dat
geval niet van toepassing. De regels met betrekking tot
onder meer veiligheid en gezondheid uit het Bouwbesluit
en het burenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk
Wetboek gelden echter wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u
er zelf voor zorgen dat u aan deze regels voldoet.
Wat is bouwvergunningvrij
bouwen? Als uw bouwplan voldoet aan de voorwaarden voor
bouwvergunningvrij bouwen mag u zonder bouwvergunning
bouwen. De regels in het bestemmingsplan, de
gemeentelijke bouwverordening en in principe ook de
gemeentelijke welstandseisen zijn in dat geval niet van
toepassing. De regels met betrekking tot onder meer
veiligheid en gezondheid uit het Bouwbesluit en het
burenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek
gelden echter wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u er zelf
voor zorgen dat u aan deze regels voldoet.
Bestemmingsplan In het bestemmingsplan legt de gemeente regels vast voor
de ruimtelijke ordening. Deze plannen zijn bindend voor
u als burger. Daar staat precies in welke bestemming de
grond heeft, bijvoorbeeld woningbouw, industrie,
winkels, recreatie of kantoren. Die verschillende
bestemmingen staan op een kaart aangegeven. Het plan
geeft ook bouw- en gebruiksvoorschriften die bij de
verschillende bestemmingen horen. Uw bouwplan moet in
principe altijd passen binnen het bestemmingsplan van uw
gemeente. Wanneer u iets (ver)bouwt dat
bouwvergunningvrij is gelden echter alleen de
voorschriften uit het bestemmingsplan met betrekking tot
het gebruik. Wanneer u het gebouwde na uitvoering van de
bouwplannen wilt gaan gebruiken voor een doel dat op
grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan moet u
hier, ook al betreft het een in principe
bouwvergunningvrij bouwwerk, vrijstelling van het
bestemmingsplan voor aanvragen.
Welstand De gemeente mag een lichtbouwvergunningplichtig bouwplan
zelf aan ‘redelijke eisen van welstand’ toetsten of het
bouwplan voorleggen aan de welstandscommissie of
stadsbouwmeester. Bij een regulierbouwvergunningplichtig
bouwwerk is het advies van de welstandscommissie of de
stadsbouwmeester verplicht. Bij de toets aan de welstandseisen wordt gekeken of de
vorm en het materiaal- en kleurgebruik van het bouwwerk
binnen de directe omgeving past. Om u als burger vooraf
zoveel mogelijk duidelijkheid te geven, moet de gemeente
in een welstandsnota zo concreet mogelijke
welstandseisen aangeven. Bij een aantal bouwwerken
(aan-/uitbouwen, bijgebouwen/ overkappingen, kozijn- en
gevelwijzigingen, dakkapellen en erfafscheidingen) moeten de welstandseisen zo gedetailleerd en duidelijk
zijn, dat erbij u geen enkel misverstand over kanbestaan
hoe u moet bouwen om aan de welstandseisen te voldoen.
Die verplichte gedetailleerde eisen worden
‘loketcriteria’ genoemd. Iedere gemeente moet haar
welstandsnota en loketcriteria uiterlijk 1 juli 2004
vastgesteld hebben. Tot die tijd hoeft de
welstandsbeoordeling nog niet op een welstandsnota
gebaseerd te zijn. Bouwvergunningvrije bouwwerken worden
niet preventief getoetst aan redelijke eisen van
welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een
zogenoemde ‘excessen-regeling’ ingesteld, want men kan
bouwsels maken die ‘in ernstige mate in strijd zijn met
redelijke eisen van welstand’. En wel zodanig dat de
gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het
bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het
bouwvergunningvrij is.
Bouwbesluit: hoe te bouwen Waar u bij het bouwen of verbouwen aan moet voldoen,
staat in het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan de
minimumeisen op technisch gebied die voor heel Nederland
gelden. Ze staan garant voor uw veiligheid en gezondheid
en houden rekening met het milieu en het
gebruikscomfort. Of u nu volgens een
regulierbouwvergunning, een lichtbouwvergunning of
bouwvergunningvrij bouwt: uw bouwwerk moet altijd
voldoen aan het Bouwbesluit. Daarvoor draagt u zélf de
verantwoordelijkheid. Uw gemeente, aannemer of
bouwadviseur kan u hier meer over vertellen.
Verplicht rekening houden met
uw buren Behalve de regels rondom het bouwen heeft u ook te maken
met het zogeheten burenrecht, dat in het Burgerlijk
Wetboek is geregeld. Daarmee is feitelijk niets anders
vastgelegd dan de gebruikelijke omgangsvormen. Ze geven
u (wettelijk) houvast als u er met de buren niet
uitkomt. Het belangrijkste advies is om eerst met uw
buren te overleggen, ze in te lichten over uw
voorgenomen bouwplannen. In veel gevallen wordt u het
dan eens - wellicht na een kleine aanpassing van uw
plan.
Wat betekent een bouwvergunning
voor u? Als u een bouwvergunning nodig heeft voor het bouwen van
een aan- of uitbouw, dan zal dit in de meeste gevallen
een lichtbouwvergunning zijn. Bij een aanvraag voor een
lichtbouwvergunning wordt de volgende procedure
doorlopen:
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4: |
U dient uw bouwplan in bij de gemeente op een
standaard formulier volgens standaard
indieningvereisten. Vraag uw gemeente hiernaar of
haal het formulier van internet.
In de bijlage bij het aanvraagformulier staat welke
stukken u mee moet leveren.
Blijkt dat er nog stukken ontbreken na
indiening van uw plan, dan moet u dat binnen vier weken
van de gemeente horen. De gemeente zal aangeven binnen
welke termijn u de ontbrekende stukken alsnog kunt
aanleveren (de maximale termijn hiervoor is vier weken).
Hoort u binnen vier weken na indiening van uw aanvraag
op dat punt niets van de gemeente, dan kunt u er van
uitgaan dat uw aanvraag compleet is.
De gemeente beoordeelt uw plan met name op zijn
ruimtelijke kwaliteit volgens de voorschriften van het
bestemmingsplan en de stedenbouwkundige voorschriften
van de bouwverordening en de welstandsvoorschriften. Het
plan wordt voorts op constructieve veiligheid getoetst
volgens de technische minimumeisen uit het Bouwbesluit.
De gemeente geeft u binnen zes weken
uitsluitsel of u wel of niet een lichtbouwvergunning
krijgt. |
Voor de regulierbouwvergunningprocedure gelden
uitgebreidere toetspunten en een langere beslistermijn
van twaalf weken (deze termijn is daarbij eenmalig met
zes weken te verlengen).
Vraag het uw gemeente Naast een bouwvergunning kunt u bij het (ver)bouwen ook
te maken krijgen met andere vergunningen. Zo heeft u
wellicht geen bouwvergunning nodig, maar bijvoorbeeld
wél een milieuvergunning, een uitritvergunning, een
sloopvergunning of kapvergunning. Het is daarom
verstandig bij ieder bouwplan contact op te nemen met uw
gemeente.
Meer informatie Deze folder is er één uit een serie folders over
bouwwerken. Ook bestaat er een algemene publieksbrochure
over (ver)bouwzaken aan uw woning. Vraag uw gemeente
ernaar of kijk op de
internetsite van het ministerie
van VROM.
Terug naar boven
|